Pip

15-05-2020

Lieve Pip,

We gingen samen even naar de dierenarts.
Kijken of je haakjes op je kiesjes had.
Je at al een paar dagen nauwelijks,
al at je gretig van mijn papjes.

Na het consult zag ik je nog even,
van afstand, want Corona…
Je zat in de transportbox die open op de grond stond in de spreekkamer.
Op zijn Pips, je bekje aflikkend, stress.

De, inderdaad, haakjes konden gelijk behandeld worden.
Ik wachtte, hoorde van alles.
Het ging maar net goed!

Hoewel de dierenarts heel voorzichtig had gedaan,
was er een bloedvaatje achterin je bekje geraakt.

Het bloedde hevig maar gelukkig had ze het kunnen stoppen.
Alles was goed met je.
Maar ze wilde je een paar uur ter observatie in de kliniek houden.
Dus liet ik je achter. Alleen. In goede handen…
Half vijf zou ik je ophalen.


Ik liep net onze straat uit toen ik werd gebeld.
De dierenarts: ‘Ik bel met heel slecht nieuws…’
Oh nee, meisje, nee…
Lieve Pip, je was ‘net’ overleden.

En het ging goed…

Je had wat pap gegeten die ik meegegeven had.
Je lag rustig in je eigen boxje.
Maar nu overleden.
Helemaal alleen.

Het spijt me meisje, het spijt me zo…
Ik heb je alleen achtergelaten.
Zonder je vriendje… zonder echt afscheid.
Maar vooral, alleen.

We hebben je mee naar huis genomen
waar je vriendje Gabbertje je uitgebreid heeft verzorgd.
Hij heeft je gewassen en zich naast je gevleid.
Uren heeft hij bij je gelegen.

Daarna heb ik mijn afscheid genomen,
je geaaid op je lekkere plekjes…

We hebben je begraven.
Bij Heppy.
Voor Heppy was jij de liefde van zijn leven: de Grote Liefde.
En jij was ook dolverliefd op hem.
Nu zijn jullie samen, herenigd in het graf.

Dag lieve Pippert, we missen je…